Tips voor het tillen en dragen van een baby en kind
Als u een verminderde arm-, hand- of beenfunctie heeft, kan het optillen en dragen van uw kind lastig zijn en veel energie kosten. Onderstaande tips kunnen u hierbij ondersteunen.
Laatst bijgewerkt op: 25-11-2024
Voorbereiding
- Oefen het tillen en dragen indien mogelijk met een (verzwaarde) pop, voordat uw kindje geboren is. Dit kan u helpen om u zelfverzekerder te voelen. Een ergotherapeut kan u hierbij helpen. Test ook nieuwe spullen of nieuwe handelingen als de baby groter wordt eerst met een (verzwaarde) pop. Het geeft u een beter beeld over de moeilijkheden waar u tegen aan kunt lopen.
- Gaat u de baby voor het eerst tillen of dragen? Of wilt u een nieuwe methode uitproberen? Vraag dan of iemand erbij kan blijven en zo nodig helpen, totdat u voldoende vertrouwen heeft het alleen te doen.
- Let op een goede houding. Ga stevig op beide benen staan, uw voeten iets uit elkaar in lichte schredestand (één voet voor de andere) of spreidstand (de voeten iets uit elkaar). Let erop dat u niet gaat compenseren door bijvoorbeeld scheef te gaan staan.
- Ga door de knieën, zeker als uw kind zich op de grond bevindt. Probeer als u uw kind oppakt zo dichtbij mogelijk en recht mogelijk voor uw kind te gaan staan of zitten. Laat bijvoorbeeld een kruipende of zich optrekkende baby naar u toekomen en laat haar of hem gaan staan vóórdat u gaat tillen. Een peuter kan bijvoorbeeld al op een stoel klimmen, waardoor u niet door uw knieën hoeft. Kan uw kind dit nog niet helemaal zelf? Ga dan zelf op de bank zitten en laat haar of hem via uw knie op de bank klauteren.
- Als u in een rolstoel zit, zorg dan voor een stevige zit en een goede zitbalans. Met een rechte en gesteunde rug.
Omgeving inrichten
Om u te helpen bij het inrichten van de kinderkamer, kunt u de volgende vragen beantwoorden: Is er voldoende werkruimte? Kunt u overal goed bij? Kunt u met de rolstoel voldoende manoeuvreren? Kunt u de spullen die u nodig binnen handbereik plaatsen? Let vooral ook bij het inrichten van de omgeving op de veiligheid van zowel uw kind als uzelf. Tips voor de omgeving:
- Probeer de afstand en hoogte waarover u moet tillen en dragen te beperken. Zet de commode en het bedje, de box of kinderwagen zo dicht mogelijk bij elkaar. Pas eventueel de hoogte van het meubilair aan. Er zijn verhoogde bedjes en boxen te koop.
- Richt uw huis zo in dat u zo min mogelijk hoeft heen en weer te lopen of te rijden. Maak bijvoorbeeld ook een verschoningsplek in de woonkamer of keuken. U verkleint zo de afstand tussen bijvoorbeeld de box, stoel en de plek waar u uw kind verschoont. Dit scheelt u ook om bij iedere verschoning uw baby of kind de trap op- en af te dragen.
Tillen met één hand
Baby zonder hoofdbalans
- Leg uw baby op de rug en til uw baby op door uw arm tussen de beentjes door achter de rug en nek te leggen. Ondersteun het hoofd van de baby met uw hand. In onderstaande video fixeert de vader de baby extra door met zijn voorhoofd tegen de borstkas van de baby te drukken.
- Leg het kind op zijn zijde met het gezicht van u af. Breng uw sterke arm over de borst van uw kind en onder de armpjes door. Druk tijdens het tillen uw eigen borst stevig tegen uw kind aan.
U kunt ook onderstaande stappenplan en technieken proberen:
Stappenplan
- Stap 1: Ga recht voor het kindje staan.
- Stap 2: Strek uw vingers en uw duim. Schuif uw (rechter) hand onder de (linker) oksel van uw baby. Uw duim bevindt zich bij het sleutelbeen van het kindje, de ruimte tussen duim en wijsvinger is in de oksel van het kind, de vingers omvatten het schouderblad van het kindje op de rug. Bij een pasgeborene kunnen de vingers de nek en het hoofdje ondersteunen.
- Stap 3: Grijp het kindje onder de oksel goed vast, draai het kindje van u af. Het kindje komt met zijn buik op uw onderarm en haal uw arm daarna in een vloeiende beweging naar u toe, zodat het kind bij het tillen met zijn rugje tegen uw buik komt.
- Stap 4: Verplaats uw hand en klem met uw onderarm de baby tegen uw buik. Het voelt dan prettig om met uw rechterarm het linkerbeentje van de baby vast te houden, terwijl de baby in uw elleboog rust. Zo kunt u de baby makkelijk eenhandig dragen. In onderstaande video ziet u hoe u dit doet:
Technieken
- Til de baby door middel van een draagdoek. Let erop dat u de draagdoek eenhandig om kunt doen. Doe de draagdoek al om voordat u het kind gaat tillen.
- Til uw baby door middel van een draagdoek met twee stokken. U kunt uw baby op zijn zijde rollen, de draagdoek onder de baby op zijn plaats leggen en daarna de baby terugrollen op de rug. Let erop dat het hoofd goed ondersteund wordt door de stof. U gebruikt de stokken om de doek te tillen. De draagdoek is eenhandig op te tillen. U hoeft niet zo ver voorover te buigen om baby op te tillen.
- Ooievaarstechniek: U kunt ook een vierkante doek diagonaal onder de baby leggen. Rol de baby van de zijde op de doek. Pak de hoekpunten vast, waarbij u de onderste punt tussen de benen van de baby haalt. Rol de hoekpunten bij elkaar op, zodat een stevige greep heeft. U kunt voor een meer solide greep een badcape aanpassen door aan de twee tegenover elkaar liggende hoekpunten aan de zijkant handvaten of grijplussen te maken. Terwijl u tilt, haalt u de overgebleven punt tussen de benen van de baby door. Maak hier eventueel een extra lus aan die u om uw onderarm kan schuiven. Daarna steekt u uw onderarm in de lussen om de baby te tillen. Uw armspieren zijn namelijk sterker dan de spieren in uw hand. Een draagdoek volgens dit ontwerp is te koop onder de naam ‘Snugglebundl’. Het is een draagdoek met handgrepen en hoofdsteuntje.
Baby met hoofdbalans
- Leg uw kind op de buik en til het door uw arm onder de oksels door om de borst heen te leggen. Klem de baby met uw onderarm tegen uw borst. Verplaats uw hand naar het kruis van uw kind of houd zijn bovenbeen stevig vast, terwijl het kind in uw elleboog rust.
- Als uw baby met steun kan zitten, kunt u uw baby eerst vanuit rugligging naar zit brengen. Ga iets door uw knieën. Til het kind door uw arm achter de rug langs onder de andere oksel op de borst van uw kind te leggen. Zet kracht met uw benen, terwijl u het kind optilt. Of doe uw arm achter de rug, heup en been van de baby en til haar of hem op. Of pak de handjes samen vast in uw beide of in één van uw handen en trek het kindje zachtjes tot zit. Stimuleer het kindje mee te helpen en maak er een spelletje van.
Tillen vanuit een rolstoel
- Zorg voor een goede zithouding: met een rechte en gesteunde rug (zitbalans) stevig in uw rolstoel.
- Verplaats uw kind zoveel mogelijk op gelijke hoogte.
- Til uw kind zo dicht mogelijk bij uw lichaam, liefst met beide armen en handen.
- Til niet met een volle blaas.
- Zorg ervoor dat u op ieder moment het tillen kunt onderbreken.
Bij een beperkte rompbalans zult u waarschijnlijk met één arm en hand gaan tillen. Als u uw rompbalans onvoldoende is kunt u een band of een lange shawl om uw romp aan de rugleuning van de rolstoel vast maken voor meer stabiliteit. U kunt dan met twee handen tillen zonder uw balans te verliezen. Zolang uw baby nog niet te zwaar is kunt u ook uw elleboog ondersteunen en de baby als het ware 'wiggend' in het bedje of op de commode plaatsen (onderstaande video minuut 5.20 - 9.25). Wanneer de beweging sneller wordt gemaakt is deze minder zwaar.
Baby zonder hoofdbalans
- Leg u baby op de rug en til uw baby op door de arm tussen de beentjes door achter de rug en nek te leggen. Ondersteun het hoofd van de baby met de hand.
- Til de baby door middel van een draagdoek, let erop dat u deze eenhandig om kunt doen. Doe de draagdoek al om voordat u het kind gaat tillen.
Baby met hoofdbalans
- Leg uw baby op de buik en til het door uw arm onder de oksels door om de borst heen te leggen. Klem de baby met uw onderarm tegen uw borst. Verplaats uw hand naar het kruis van uw kind of houd zijn bovenbeen stevig vast, terwijl het kind in uw elleboog rust.
- Als uw baby met steun kan zitten, kunt u uw baby eerst vanuit ruglig naar zit brengen. Til het kind door uw arm achter de rug langs onder de andere oksel op de borst van uw kind te leggen.
Dragen
Als dragen u veel energie kost, kunt u proberen met onderstaande tips het dragen zoveel mogelijk te voorkomen.
- Rol of schuif uw kindje bij bijvoorbeeld het verschonen. Leg de baby op een draagdoek of hydrofiel luier en trek aan de doek als u hem over een iets grotere afstand wilt verplaatsen.
- Maak ook binnenshuis gebruik van de kinderwagen.
- Als u een verminderde balans heeft kunt u uzelf samen met uw kindje rijdend verplaatsen. Bijvoorbeeld zitten op een bureaustoel met wieltjes of een trippelstoel.
- U kunt ook uw kind vervoeren met meubels met wieltjes of een zitje bevestigen op de rollator.
- Voor de rolstoel bestaat er een speciaal bevestigingssysteem voor bijvoorbeeld de Maxi Cosi.
Maak gebruik van de snel veranderende mogelijkheden van uw kind, daag uw kindje uit om de nieuwe vaardigheden te gebruiken zoals bijvoorbeeld:
- Laat uw kindje, dat al kan goed kan kruipen, zelf de trap opklimmen. En met ondersteuning zelf ook weer achterwaarts de trap af.
- Een peuter kan zelf in de auto of buggy klauteren.
- Zet een klein krukje voor de commode of plaats een trapje. Uw kindje kan hier zelf opklimmen onder uw toezicht en met wat lichte ondersteuning.
Materialen voor het dragen
Om u te helpen bij het kiezen van een babydraagsysteem, kunt u de volgende vragen beantwoorden: Kunt u het draagsysteem eenvoudig aantrekken en aanpassen zodat hij goed zit? Kunt u de baby er makkelijk in of uithalen? Moeten er nog dingen versteld worden als de baby er al inzit en hoe werkt dat dan? Geeft de babydrager voldoende steun aan de baby? Zit de baby in de juiste houding? Is de drager ook comfortabel voor u als ouder? Kunt u hem een langere tijd gebruiken? Er zijn diverse draagdoeken, draagzakken, rugdragers en draagzitjes, die het dragen van het kind kunnen vergemakkelijken.
- Bij baby’s met onvoldoende hoofdbalans is het gebruik van een draagdoek bij voorkeur met handgrepen of hengsels handig (Snugglebundl). U kunt deze zelf maken door van een badcape of stevige, vierkante doek een hangmatje te maken, de zogenaamde ooievaarstechniek. Zie hierboven bij: Tillen met één hand.
- Een draagdoek die u schuin over uw lichaam draagt. Dit zijn doeken van geweven stof of tricot banden waar uw kindje inligt. De draagdoek is snel om te doen en handig als u maar kort hoeft te tillen. De schuine doek is namelijk belastender voor uw lichaam, omdat de druk niet gelijkmatig (symmetrisch) verdeeld wordt. De mond en neus van uw kindje kan sneller bedekt worden door stof of doordat hij tegen u aan ligt en u heeft zelf wat minder zicht op uw kindje omdat de doek over zijn gezicht kan vallen.
- Bij het verplaatsen over korte afstanden bijvoorbeeld binnenshuis of bij traplopen kunt u gebruik maken van een heupzitje. Uw kind zit op een klein zitje dat met een band op uw heupen rust. Door het zitje hoeft u zelf niet te compenseren met uw heupen en rug en behoudt u een rechte rug.
- Met een buik- of rugdrager heeft u uw handen vrij bij traplopen of andere activiteiten. Het gewicht wordt gelijkmatig over uw rug verdeeld. Let er bij een buikdrager op dat de schouder- en heupband aan de voorzijde ingesteld en (met één hand) gesloten kunnen worden. U kunt ook een buikdrager kiezen met een lendensteun, wat zorgt voor extra steun in de onderrug.
- Er zijn ook draagsystemen voor dreumes of peuters waarbij u uw kind op de nek draagt zoals de Minimeis. U heeft dan een goede schouderfunctie nodig om het kind in en uit de drager te tillen.
- Er zijn ook draagsystemen die geschikt zijn om tijdens het douchen of in het zwembad te dragen zoals de MiniMonkey mini sling.
Dragen én rolstoel rijden
Het kan lastig zijn om én veilig te rijden én uw kind in uw rolstoel mee te nemen. Tips voor het meenemen van uw baby of kind:
- Met een draagdoek of een buikdrager. Het kan handig zijn naar een grote winkel te gaan waar u de verschillende types kunt uitproberen met een (verzwaarde) pop. Een belangrijk nadeel van een draagdoek en buikdrager is dat het gebruik ervan u beperkt in uw bewegingsvrijheid. Reiken, grijpen, bukken en hoepelen gaat dan minder goed. Kijk samen met uw ergotherapeut wat voor u de meest geschikte oplossing is.
- Laat een opstapje maken op de rolstoel als uw kind kan klimmen. Uw kind kan dan zelfstandig, misschien met een extra zetje onder haar of zijn billen of hulp, op uw schoot klauteren. Het opstapje wordt gemonteerd aan de stang van de zwenkwielen. Zorg er altijd voor dat de zwenkwielen naar voren staan als uw kind op de rolstoel klimt. Anders kan de rolstoel naar voren kiepen.
- Gebruik een nekdrager zoals de Minimeis. U heeft dan wel een goede schouderfunctie nodig om het kind in en uit de drager te tillen.
Belangrijk om te weten
- Bij het dragen van de baby in een draagdoek of buikdrager zijn er adviezen voor de baby en de dragende ouder. Voor de baby is een goede zithouding belangrijk voor de ontwikkeling van de heupjes, de zogenaamde M-houding. De baby zit met de heupen in spreidstand en de knieën zijn iets hoger dan de heupen. Hierover is op internet meer informatie te vinden. Daarnaast is het van belang dat het kindje hoog genoeg gedragen wordt, dat er een kusje op het hoofdje gegeven kan worden. Dat de mond en neus niet worden afgedekt en dat het hoofd en rug goed worden gesteund. Voor de ouder is het belangrijk dat de baby dicht tegen het lichaam wordt gedragen, zodat de rug zo min mogelijk wordt belast.
- Er zijn handige fidlock V-gespen met treklipje die je makkelijk eenhandig of met een verminderde handfunctie kunt vastgespen en eenvoudig kunt losmaken. De gespen zijn stevig vergrendeld.
Er zijn merken (zoals de Najell sleepcarrier en buikdrager) waarin deze gespen al verwerkt zijn. Op een buik- of rugdrager kunnen bestaande sluitingen eventueel ook vervangen worden door deze Fidlock gespen. - Buk niet met een baby in een drager, maar ga door de knieën. Het kind zou uit de drager kunnen vallen en u ontziet uw rug.
- Heeft u rugklachten? Gebruik een rug- of buikdrager niet voor langere afstanden. U tilt namelijk nog steeds. Neem voor langere afstanden liever een kinderwagen of buggy.
- Beperk het dragen van uw kind in de Maxi Cosi zelf. Het optillen van een Maxi Cosi zorgt voor een erg scheve houding en asymmetrische belasting. Laat de Maxi Cosi zoveel mogelijk in de auto staan. Maak gebruik van een bijpassend onderstel of plaats de Maxi Cosi in een gewone buggy, wanneer het noodzakelijk is uw kind in een Maxi Cosi te verplaatsen.
Bij de kinderverzorging krijgt u te maken met steeds nieuwe en andere uitdagingen, die mede bepaald worden door de ontwikkelingsfase waarin uw kind is. Tijdens de eerste 4 jaar verandert uw kind van een relatief lichtgewicht, klein, hulpeloos wezentje naar een kleuter die kan rollen, kruipen, lopen en klimmen. Soms wordt de kinderverzorging zwaarder doordat het kind groeit en zwaarder wordt, maar het kind wint ook aan fysieke en communicatieve vaardigheden waardoor het kind zelf ook meer kan. Maak gebruik van deze nieuwe mogelijkheden en daag het kind uit om zelf op uw schoot te kruipen in plaats van hem van de grond te tillen of zich goed aan u vast te houden, terwijl u hem draagt. Vraag u steeds af of de genoemde oplossing bij u past en toe te passen is. Kinderen groeien. Oplossingen kunnen daardoor in de loop der tijd veranderen. Zoek eventueel samen met een ergotherapeut naar de meest passende oplossing voor u.
Meer informatie
- Op de Hulpmiddelenwijzer: Tips voor kinderverzorging.
- Vereniging van draagconsulenten (VDC), zij kunnen u helpen bij het vinden van oplossingen bij het dragen van kinderen.
- Boek: In eigen hand – Lilian Wolthuis.
- Modules Kindverzorging, tips en adviezen op te vragen bij de Hoogstraat Revalidatie: Kindverzorging vanuit een handbewogen rolstoel, Kindverzorging éénhandigen, Kindverzorging met rug-, nek- of schouderklachten.
- Tips kinderverzorging van Rijndam.nl (specialisme, behandelingen en revalidatie)
- One handed parenting: A practical guide for new parents op Disabledparent.org.uk