Tips voor traplopen
Als u gewrichtsklachten heeft in uw benen of verminderde spierkracht, dan kan het lastig zijn om de bovenverdieping te bereiken of naar beneden te lopen. Het is vooral belangrijk dat u dit veilig doet. Er zijn oplossingen voor de lange termijn zoals verhuizen naar een gelijkvloerse woning of hulpmiddelen om de trap aan te passen. Maar voordat u tot grote veranderingen besluit kunt u met onderstaande tips er misschien al voor zorgen dat u (zo lang mogelijk) veilig de trap kunt gebruiken.
Laatst bijgewerkt op: 22-11-2024
Voorbereiding
- Probeer te zorgen dat u zo min mogelijk trap hoeft te lopen. Doe bijvoorbeeld ’s ochtends eerst alle handelingen die u boven moet doen, zoals douchen, aankleden en het bed opmaken, en ga daarna pas naar beneden.
- Bedenk, als u naar boven of beneden gaat, welke spullen u nodig heeft en neem deze mee. Neem de spullen mee in een rugzakje, zodat u uw handen vrij heeft om te steunen tijdens het traplopen.
- Loop ontspannen en met een rechte rug. Dit zorgt voor een betere balans.
- Zorg voor een veilige trap, geen spullen op de treden, genoeg daglicht en treden met grip.
- Zelf kunt u rekening houden met uw schoeisel en bijvoorbeeld niet met een leesbril of de telefoon in uw hand de trap op en af gaan.
De trap
- Een goede verlichting is heel belangrijk, u kunt de treden dan goed zien. U kunt licht aanbrengen met een bewegingssensor die automatisch aangaat als u voor de trap staat. U kunt ook op de eerste of laatste treden een licht gekleurde tape aanbrengen. Dan ziet u beter waar de trap begint en eindigt. Vooral bij donker gekleurde trappen kan dit soms lastig te zien zijn en u voorkomt zo het 'mis' stappen.
- Voelt u zich niet veilig genoeg met één trapleuning? Dan kunt u een tweede trapleuning op heuphoogte plaatsen, u heeft dan aan beide kanten steun. Ook kunt u extra steunen plaatsen, beugels op de plekken waar u wat extra steun kunt gebruiken.
- Heeft u een erg gladde trap? Antislipmateriaal op de trap geeft u meer grip.
Wilt u meer informatie over de aanpassen van uw trap? Lees dan onze tips voor een veilige trap of doe de keuzehulp: Welke trapaanpassingen past bij mij? Er zijn ook hulpmiddelen die het traplopen vergemakkelijken, zoals tussentreden en een trapassistent.
Traplopen
- Zorg dat u uw voet steeds zo neerzet dat de voet helemaal op de trede staat. Loop eventueel iets zijwaarts de trap op of af. Maak gebruik van het breedste gedeelte van de traptrede.
- Gebruik altijd uw trapleuning, dit biedt veiligheid en steun.
- Kijk naar de treden en hoe u uw voeten plaatst, dit bewuste traplopen versterkt het gevoel voor hoogte en diepte van de treden.
- Heeft u gewrichtsklachten aan een voet, knie of enkel? Het kan helpen om steeds uw ene voet bij uw andere voet op dezelfde trede te zetten.
- Bij de trap af: zet steeds het aangedane been eerst een trede lager en zet uw ‘goede’ been bij. Bij trap op: doet u het omgekeerde. Zet eerst uw goede been een trede hoger. Druk u met de beenkracht van dit been omhoog en help uzelf met uw armen door u op te trekken aan de trapleuning(en). Zet het aangedane been bij.
- Loop achterwaarts de trap af. U kunt dan met uw handen steunen aan de trapleuning of op de traptreden.
- Ga zittend de trap af.
Extra tips bij weinig of geen handfunctie
- Zorg voor een (tweede) trapleuning aan uw sterke kant. Laat uw andere hand rustig naast uw lichaam hangen.
Extra tips bij een verminderde conditie
- Neem de tijd voor het traplopen en stap rustig op de treden.
- Neem de treden één voor één. Zet één voet op een trede en stap met het andere been bij en plaats de voeten naast elkaar op de trede. U last dan automatisch een kleine pauze in voordat u doorgaat naar de volgende trede. Wissel ook de benen af waarmee u de eerste stap zet.
- Let op uw ademhaling. Als u buiten adem raakt, neem u een kleine pauze.
Extra tips bij angst voor traplopen
- Loop achteruit de trap af. U kijkt dan niet naar beneden en kunt zich concentreren op het nemen van de treden.
- Neem de treden één voor één en let op uw ademhaling, adem rustig door.
- Als u zicht onzeker blijft voelen, en traplopen gaat vermijden is het belangrijk om hier actie op te ondernemen. Kunt u de trap aanpassen zodat u zich veiliger voelt? U kunt ook zeker hulp vragen, oefenen met een naaste of therapeut die u ondersteunt bij het traplopen totdat u zich zeker genoeg voelt.
Extra tips als u geholpen wordt met traplopen
- Trap op: Uw helper moet in de buurt van de trapleuning zijn en één stap achter u. De helper kan eventueel een beetje meehelpen in de omhooggaande beweging.
- Trap af: De helper moet vóór u staan om te voorkomen dat u voorover valt. De helper kan een hand ook voorzichtig op uw bovenbeen (boven uw knie) plaatsen om deze stabiel te houden, terwijl u naar beneden stapt.
- Wanneer u in een rolstoel zit, is het mogelijk om met de rolstoel een trap op of af te gaan met hulp. Een fysiotherapeut van een specialistisch medisch revalidatiecentrum kan dit oefenen met u en uw naasten.
Extra tips wanneer u met een stok of krukken loopt
- Denk bewust en goed na waar u de stok of kruk plaatst en op een manier die voor u stabiel aanvoelt.
- Heeft u twee stokken of krukken, gebruik er dan bij voorkeur maar één en probeer de andere kruk in dezelfde hand vast te houden. Andere opties: zet op de volgende verdieping een extra kruk of stok klaar. Of hang de kruk met een riem of lus over de schouder of uw rug. Maar er is misschien ook wel iemand die u even wilt helpen en de kruk voor u meeneemt.
Extra tips bij balansproblemen
- Het traplopen moet met meer aandacht gebeuren. Neem de treden één voor één, beginnend met uw sterke kant zowel naar boven als beneden.
- Sta dicht bij de trapleuning(en) en pak deze vast. Gebruik uw handen om zichzelf omhoog te trekken.
Extra tips als u geen beenfunctie heeft
Oefen onderstaande techniek altijd eerst met een fysiotherapeut.
- Stap 1: Maak een transfer van de rolstoel naar een van de onderste traptreden.
- Stap 2: Plaats de ene hand op een trede hoger en de andere naast je zitvlak op de trede
- Stap 3: Maak de transfer naar een trede hoger
- Stap 4: Zet de benen één voor één een trede hoger.
Herhaal stap 3 en 4 totdat u boven bent.
- Naar beneden gaat in de omgekeerde volgorde: zet nu eerst de benen een trede lager.
- In plaats van af te steunen kunt u ook waar mogelijk de leuning gebruiken als dat een betere positie geeft.
Let op:
- Wanneer u weinig zitvlees heeft als gevolg van bijvoorbeeld een spieratrofie, gebruik dan een licht (schuim)kussen dat u om uw billen vastmaakt met bijvoorbeeld klittenband. Er zijn hiervoor ook speciale kussen in de handel. Dit voorkomt een kapotte huid.
Belangrijk om te weten
- U kunt altijd een ergo- of fysiotherapeut inschakelen om met u mee te denken over het traplopen. Zij of hij kan u tips geven niet alleen om uw kracht of uithoudingsvermogen te verbeteren maar ook over aanpassingen aan de trap.
Meer informatie
- Tips voor een veilige trap op de Hulpmiddelenwijzer.
- Bekijk ook de verschillende hulpmiddelen bij traplopen of doe de keuzehulp traplopen: Welke trapaanpassing past bij mij?
Let altijd op uw veiligheid!
Of bovenstaande informatie voor u een oplossing is, hangt af van uw persoonlijke situatie en mogelijkheden.
Raadpleeg een zorgprofessional als u advies of hulp wilt. Een ergotherapeut bijvoorbeeld helpt u bij uw keuze en adviseert hoe u de dagelijkse activiteiten zelfstandig kunt blijven doen. U vindt een ergotherapeut via de website van Ergotherapie Nederland.
Bron
Deze pagina is gemaakt in samenwerking met de ergotherapeuten van ErgHandig.